Buscar
Estás en modo de exploración. debe iniciar sesión para usar MEMORY

   Inicia sesión para empezar

level: Level 1

Questions and Answers List

level questions: Level 1

QuestionAnswer
repeatherhalen
usegebruiken
to keephouden
saleaanbieding
get outhalen uit
repairrepareren
put onopdoen
take offuitdoen
to getkrijgen
to givehalen
to carezorgen
wind blowingwaaien
to growgroeien
to flow/ streamstromen
take awaymeenemen
to treattrakteren
to shineschijnen
It’s freezinghet vriest
it thaws / ice meltinghet dooit
to thaw (melt)dooien
to lastduren
throw awayweggoien
to understandbegrijpen
eat completelyopeten
to appear, seemlijken
to sailvaren
to skate (ice)schaatsen
to travelreizen
to shoutschreeuwen
throwgooien
to fitpassen
get upopstaan
to controlbesturen
to cutknippen
to stickplakken
to drawtekenen
to meetontmoeten
counttellen
to meowmiauwen
to barkblaffen
to stingsteken
repeatnazeggen
foretellingvoorzeggen
to callroepen
to restrusten
to liveleven
keep silentzwijgen
to joghardlopen
to skiskieën
to jumpspringen
to winwinnen
to loseverliezen
to pick upophalen
to runrennen
to singzingen
to bringbrengen
to gethalen
to bloombloeien
to step/ to go to partystappen
passing by / to visitlangsgaan
to stickplakken
to blowblazen
to celebratevieren
to campkamperen
to changeveranderen
to saveopslaan
to remove / deleteverwijderen
to findvinden
to receiveontvangen
to turn onaanzetten
turn offuitzetten
to buykopen
boughtkochten
to flyvliegen
to press, examstoetsen
stopstoppen
to bleedbloeden
speedinghardrijden
to sendversturen
to put instoppen
to move (house)verhuizen
reservingbewaren
be in a hurryhaast hebben
to rollrollen
to brake(car brakes)remmen
to be scaredschrikken
unpackinguitpakken
working with otherssamenwerken
to buildbouwen
to ringaanbellen
to live(somewhere)wonen
to usegebruiken
to view/ checkbekijken
to lookkijken
to talkpraten
to checknakijken
to practiseoefenen
to listenluisteren
to readlezen
to speakspreken
to writeschrijven
to standstaan
to sitzitten
to drawtekenen
to tellvertellen
to know (information)weten
to know (people)kennen
to understandbegrijpen
to come homethuiskomen
to pay attentionopletten
make surezorgen ervoor
to happengebeuren
to disappearverwijnen
to dreamdromen
to growgroeien
bewareoppassen
to meetontmoeten
to lovehouden van
to namenoemen
to hatehaten
to celebrate birthdayverjaardag vieren
to visitop vizite
to visitop bezoek
to leave something behindverlaten
get used to itwennen
to have a meetingvergaderen
watch outoppassen
to notenoteren
go toheengaan
to pointwijsen
to hearhoren
to knockkloppen
to kisszoenen
to movebewegen
to peeplassen
to pooppoepen
be borngeboren worden
to diesterven
fill ininvullen
spellspellen
empathize, give in, to handinleven
to marrytrouwen
to separatescheiden
to smokeroken
live togethersamenwonen
to select, choosekiezen
to collectverzamelen
to arrangeregelen
to appearblijken
to spendbesteden
to forgetvergeten
walk by, to passlangslopen
walkedgewandeld
to scareschrikken
to dress upaankleden
to put onaandoen
to undressuitkleden
to take offuitdoen
shoppingshoppen
to buykopen
to sellverkopen
to orderbestellen
to fitpassen
to returnterugsturen
to exchangeruilen
to weardragen
to washwassen
to drydrogen
to enjoygenieten
to pushduwen
to promisebeloven
to get alongmeekrijgen
to indicateaangeven
to drive outuitreden
to readoutuitlezen
to count, to do mathrekenen
spit outuitspugen
to wavezwaaien
to run out, end running, finishuitlopen
is being heldwordt gehouden
it promiseshet belooft
to protectbeschermen
to separatescheiden
to overcomeoverwinnen
to improveverbeteren
to consumeverbruiken
to become extinctuitsterven
to call someoneopbellen
to checknakijken
to thinknadenken
beware, baby sittingoppassen
to wash upafwassen
to pick upophalen
splitgespleten
to pulltreken
to changeveranderen
to be satisfiedtevreden
be dressedgekleed zijn
to lookuitzien
to throwgooien