Thema: Het brein in beeld H3: Het elektrofysiologische brein
🇬🇧
In Inglés
In Inglés
Practique preguntas conocidas
Manténgase al día con sus preguntas pendientes
Completa 5 preguntas para habilitar la práctica
Exámenes
Examen: pon a prueba tus habilidades
Pon a prueba tus habilidades en el modo de examen
Aprenda nuevas preguntas
Modos dinámicos
InteligenteMezcla inteligente de todos los modos
PersonalizadoUtilice la configuración para ponderar los modos dinámicos
Modo manual [beta]
El propietario del curso no ha habilitado el modo manual
Modos específicos
Aprende con fichas
Completa la oración
elección múltipleModo de elección múltiple
Expresión oralResponde con voz
EscrituraModo de solo escritura
Thema: Het brein in beeld H3: Het elektrofysiologische brein - Marcador
Thema: Het brein in beeld H3: Het elektrofysiologische brein - Detalles
Niveles:
Preguntas:
49 preguntas
🇬🇧 | 🇬🇧 |
Representaties | Eigenschappen die worden weergegeven in cognitieve systemen (mentale representaties) en neurale systemen (neurale representaties) |
Single-cell recording | Registratie van de responsiviteit van een neuron op een bepaalde stimulus (in termen van actiepotentialen per seconde) |
Elektro-encefalografie (EEG) | Metingen van elektrische signalen van het brein door het plaatsen van elektrodes op verschillende plaatsen op de hoofdhuid |
Event-related potential (ERP) | Gemiddelde verandering in voltage op de hoofdhuid, gekoppeld aan het tijdstip van specifieke cognitieve gebeurtenissen |
Reactietijd | Tijd tussen het begin van een stimulus/gebeurtenis en de gedragsrespons daarop |
Multi-cell recording | Elektrische activiteit (in termen van actiepotentialen per seconde) van vele afzonderlijke neuronen, gemeten met een of meer elektroden |
Grootmoedercel | Hypothetisch neuron dat reageert op een specifieke stimulus (zoals het zien van iemands grootmoeder) |
Frequentiecodering | De informatie-inhoud van een neuron kan worden gerelateerd aan het aantal actiepotentialen per seconde |
Tijdscodering | De synchronie van vuren kan worden gebruikt door een populatie neuronen om dezelfde stimulus of gebeurtenis te coderen |
Dipool | Paar van positieve en negatieve elektrische ladingen, op korte afstand van elkaar |
Mentale chronometrie | Onderzoek naar het tijdsverloop van informatieverwerking in het menselijke zenuwstelsel |
Additieve-factorenmethode | Algemene methode voor het verdelen van reactietijden in verschillende fasen |
N170 | ERP-component (negatief potentiaal bij 170 ms) gekoppeld aan het waarnemen van gelaatsstructuur |
Associative priming | Reactietijden zijn korter voor stimulus X na blootstelling aan stimulus Y, als X en Y voordien met elkaar geassocieerd waren (bijvoorbeeld als ze samen voorkomen) |
Exogeen | Gerelateerd aan eigenschappen van de stimulus |
Endogeen | Gerelateerd aan eigenschappen van de taak |
Inverse probleem | Probleem van het lokaliseren van de bronnen van elektrische activiteit bij metingen op de hoofdhuid (bij ERP-onderzoek) |
Dipoolmodellering | Poging het inversieprobleem op te lossen door een aanname te doen van het aantal dipolen dat bijdraagt aan het op de hoofdhuid geregistreerde signaal |
Magneto-encefalografie (MEG) | Niet-invasieve methode voor het op de hoofdhuid registreren van magnetische velden van het brein |
Structurele beeldvorming | Metingen van de ruimtelijke configuratie van verschillende typen hersenweefsel (hoofdzakelijk CT en MRI) |
Functionele beeldvorming | Metingen van tijdelijke veranderingen in breinfysiologie die te maken hebben met cognitieve verwerking. De meest gebruikte methode is fMRI |
Voxel-based morphometry (VBM) | Techniek voor het scheiden en meten van verschillen in concentraties van witte stof en grijze stof |
Diffusion tensor imaging (DTI) | Gebruikt MRI om verbindingen van witte stof tussen hersengebieden te meten |
Fractionele anisotropie (FA) | Bepaling van de mate waarin diffusie in de ene richting meer optreedt dan in de andere |
BOLD | Blood oxygen level-dependent contrast: met fMRI gemeten signaal dat de concentratie van deoxyhemoglobine in het bloed weergeeft |
Hemodynamische reactiefunctie (HRF) | Veranderingen in het BOLD-signaal |
Cognitieve subtractie | Type experimenteel design bij functionele beeldvorming waarmee activiteit in een controletaak wordt afgetrokken van activiteit in een experimentele taak |
Zuivere toevoeging | Aanname dat het toevoegen van een component aan een taak de werking van andere componenten niet verandert |
Interacties | Effect van de ene variabele op de andere |
Efferente kopie | Bewegingssignaal gebruikt om sensorische gevolgen van een handeling te voorspellen |
Functionele integratie | Manier waarop verschillende gebieden met elkaar communiceren |
Rusttoestandsparadigma | Techniek voor het meten van functionele verbindingen waarmee correlaties tussen verschillende gebieden (netwerken) worden beoordeeld terwijl de deelnemer geen taak uitvoert |
Standaardmodusnetwerk | Verzameling breingebieden die hemodynamisch actiever zijn in rust dan tijdens het uitvoeren van taken |
Blokdesign | Stimuli van een conditie worden achtereenvolgens samen gepresenteerd |
Gebeurtenisgerelateerd design | Stimuli van twee of meer condities worden willekeurig of met tussenpozen gepresenteerd |
Stereotactische normalisatie | Vergelijken van individuele verschillen in hersenanatomie met een standaard |
Effenen | Herverdeling van hersenactiviteit van naastliggende voxels om de verhouding signaal/ruis te verbeteren |
Voxel | Eenheid van volume. Bij beeldvorming wordt het brein verdeeld in duizenden van deze voxels |
Talairach-coördinaten | Locaties in het brein, gedefinieerd aan de hand van de atlas van Talairach en Tournoux |
Family Wise Error (FWE) | Aanpak voor het corrigeren van vele statistische vergelijkingen, gebaseerd op het aantal uitgevoerde tests |
False Discovery Rate (FDR) | Aanpak voor het corrigeren van vele statistische vergelijkingen, gebaseerd op het aantal positieve uitkomsten |
Inhibitie | Vermindering/onderdrukking van activiteit in een hersengebied (of een cognitief proces), veroorzaakt door activiteit in een ander gebied of proces |
Excitatie | Toename van activiteit in een hersengebied (of een cognitief proces), veroorzaakt door activiteit in een ander gebied of proces |
Activering | Toename van fysiologische verwerking in de ene conditie, in vergelijking met (een) andere conditie(s) |
Deactivering | Vermindering van fysiologische verwerking in de ene conditie, in vergelijking met (een) andere conditie(s) |
Semantische dementie | Voortschrijdend verlies van informatie uit het semantisch geheugen |
Semantisch geheugen | Conceptueel gebaseerde kennis over de wereld, zoals over mensen, plaatsen, betekenissen van voorwerpen en woorden |
Multi-voxel pattern analysis (MVPA) | Een fMRI-analysemethode waarmee verspreide patronen van activiteit worden gekoppeld aan cognitieve processen |
Vegetatieve staat | Bewustzijnsstoornis waarbij patiënten met ernstige hersenbeschadiging in een staat van gedeeltelijke waakzaamheid verkeren |