Buscar
Estás en modo de exploración. debe iniciar sesión para usar MEMORY

   Inicia sesión para empezar

Belastingrecht (Week 10)


🇳🇱
In Holandés
Creado:


Public
Creado por:
Bas Dubbelman


0 / 5  (0 calificaciones)



» To start learning, click login

1 / 19

[Front]


Benoem de drie heffingsbeginselen.
[Back]


De beginselen: 1. Woonplaatsbeginsel (vestigingsplaatsbeginsel, inwoners) 2. Bronbeginsel (belast wordt waar het inkomen vandaan komt) 3. Nationaliteitsbeginsel (staat heeft belasting over inkomen van iedereen met die nationaliteit)

Practique preguntas conocidas

Manténgase al día con sus preguntas pendientes

Completa 5 preguntas para habilitar la práctica

Exámenes

Examen: pon a prueba tus habilidades

Pon a prueba tus habilidades en el modo de examen

Aprenda nuevas preguntas

Modos dinámicos

InteligenteMezcla inteligente de todos los modos
PersonalizadoUtilice la configuración para ponderar los modos dinámicos

Modo manual [beta]

Seleccione sus propios tipos de preguntas y respuestas
Modos específicos

Aprende con fichas
Escuchar y deletrearOrtografía: escribe lo que escuchas
elección múltipleModo de elección múltiple
Expresión oralResponde con voz
Expresión oral y comprensión auditivaPractica la pronunciación
EscrituraModo de solo escritura

Belastingrecht (Week 10) - Marcador

1 usuario ha completado este curso

Ningún usuario ha jugado este curso todavía, sé el primero


Belastingrecht (Week 10) - Detalles

Niveles:

Preguntas:

19 preguntas
🇳🇱🇳🇱
Benoem de drie heffingsbeginselen.
De beginselen: 1. Woonplaatsbeginsel (vestigingsplaatsbeginsel, inwoners) 2. Bronbeginsel (belast wordt waar het inkomen vandaan komt) 3. Nationaliteitsbeginsel (staat heeft belasting over inkomen van iedereen met die nationaliteit)
Wie is volledig heffingsbevoegd en wie is deels heffingsbevoegd?
De bronstaat is beperkt heffingsbevoegd en de woonstaat volledig heffingsbevoegd.
Als een onderneming niet in NL is gevestigd, kan haar winst dan alleen in NL worden belast als zij een buitenlandse belastingplichtige is?
Daarvoor moet zij binnenlands inkomen genieten, zie art. 3 jo. 17 Wet VPB. De OR moet echt in NL gevestigd (woonplaatsbeginsel) zijn of het inkomen moet in NL worden gegenereerd (bronstaatbeginsel).
Hoe wordt de vestigingsplaats beoordeeld?
O.g.v. art. 4 lid 1 AWR, ofwel: naar feitelijke omstandigheden. Denk bijv. aan kantoor, plaats AvA, plaats van boekhouding.
Wat houdt de Nederlandse vestigingsfictie in?
Dit houdt in dat iedere naar NL recht opgerichte bv geacht wordt in NL te zijn gevestigd, aldus art. 2 lid 4 Wet VPB (nationaliteitsbeginsel).
Tot wat kan de vestigingsplaatsfictie leiden? Leg uit.
Dit kan leiden tot een dubbele vestigingsplaats: een feitelijke en een fictieve vestigingsplaats. De feitelijke plaats wordt vaak belast o.g.v. een belastingverdrag tussen beide landen. Denk hierbij aan de Mutual Agreement Procedure-tiebreaker.
Benoem de kenmerken van de vaste inrichting.
De vaste inrichting: 1. Er is een bedrijfsinrichting (duurzaam, 6 maanden) 2. Die vast is (fysieke constructie) 3. Fysieke constructie moet aan de onderneming ter beschikking staan 4. De werkzaamheden van de onderneming moeten geheel of gedeeltelijk in de inrichting worden uitgeoefend
Voor wat worden de belastingplichtigen aangeslagen (int. recht)?
Binnenlandse belastingplichtigen: voor hun wereldinkomen (art. 2.1 lid 1 sub a jo. 2.3 Wet IB 2001) Buitenlandse belastingplichtigen: Indien en voor zover zij binnenlands inkomen genieten (art. 2.1 lid 1 sub b jo. lid 2 Wet IB 2001)
Op welke drie manieren wordt de dubbele belasting zo veel mogelijk vermeden?
Door de volgende manieren: 1. Door het sluiten van verdragen 2. Door het treffen van eenzijdige maatregelen 3. Door de buitenlandse belasting als kostenpost ten laste van de winst in te brengen (nationale wetten?)
Waarom sluit NL veel belastingverdragen?
Drie redenen: 1. Dubbele belastingheffing voorkomen 2. Voorkoming dubbele 'geen-heffing' 2. Interessant blijven als vestigingsplaats voor internationaal opererende bedrijven
Wat kan een belastingverdrag niet?
Een heffingsbevoegdheid scheppen! Eerst moest worden bepaald of de nationale wetgeving überhaupt een grond biedt. Het verdrag regelt dus de kan en niet de mag.
Wat is het OESO-Modelverdrag?
De kenmerken: 1. Poging om belastingverdragen te standaardiseren 2. Nederland kent NSV (Nederlands Standaardverdrag) 3. Ieder verdrag blijft op maat gemaakt wegens onderhandelingen 4. Voorkomt dubbele heffing
Benoem de kenmerken van het belastingverdrag tussen NL en België.
De kenmerken: 1. Winst in België --> NL bevoegd (vestigingsstaat) en BE bevoegd (bronstaat) 2. NL moet vrijstelling geven aan deel van BE winst (vaste inrichting) 3. Let wel, toets vaste inrichting
Wat gebeurt er indien NL geen verdrag heeft gesloten met een land?
Eenzijdige regeling (Besluit ter voorkoming van dubbele belasting, BvdB): 1. Geen andere wijze ter voorkoming DB 2. Gaat over belastingen 3. Persoon die beroep wil doen is inwoner van NL 4. Daadwerkelijk onderworpen worden aan buitenlandse belasting
Welke methoden kennen we ter voorkoming van dubbele belastingheffing.
De volgende: 1. Vrijstellingsmethode 2. Objectvrijstelling (voor vennootschapsbelasting) 3. Verrekeningsmethode
Definieer de vrijstellingsmethode.
De kenmerken: 1. Van toepassing voor IB 2. Buitenlandse inkomen wordt niet meegenomen in wereldinkomenbelasting 3. Art. 10 lid 2 BvdB?
Definieer de objectvrijstelling.
De kenmerken: 1. Bepalen van winst bij binnenlands belastingplichtige (met eco activiteiten in binnen- en buitenland), blijft het saldo van de wereldwijd behaalde positieve en negatieve resultaten (wereldwinst) 2. Deze wereldwinst wordt verminderd met de naar NL fiscale maatstaven bepaalde winst uit een andere staat 3. Hierna wordt verschuldigde belast berekend 4. Behandeling van verliezen: - Objectvrijstelling: verlies uit inkomen geëlimineerd - Vrijstellingsmethode: verlies mag direct worden genomen en latere winsten worden pas weer vrijgesteld nadat dit verlies was ingehaald?
Definieer de verrekeningsmethode.
De kenmerken: 1. Ook wel de creditmethode genoemd 2. Buitenlandse inkomen wordt volledig in de belastinggrondslag begrepen 3. Hierover berekende belasting wordt verminderd met de in het buitenland betaalde belasting 4. Soort voorheffing op IB en VPB (maximaal wordt verrekend datgene dat in NL over het inkomensbestanddeel zou moeten worden betaald)