Buscar
Estás en modo de exploración. debe iniciar sesión para usar MEMORY

   Inicia sesión para empezar

Basic Dutch vocabulary

This is a course in which you learn Dutch with the help of 18 chapters on diferent subjects that are commenly used. The course is still being made so have patience and have fun learning words !!


🇬🇧  »  🇳🇱
Learn Holandés From Inglés
Creado:
Basic Dutch vocabulary


Public


5 / 5  (1 calificaciones)



» To start learning, click login

1 / 25

🇬🇧


acquaintance
🇳🇱


kennis

Practique preguntas conocidas

Manténgase al día con sus preguntas pendientes

Completa 5 preguntas para habilitar la práctica

Exámenes

Examen: pon a prueba tus habilidades

Pon a prueba tus habilidades en el modo de examen

Aprenda nuevas preguntas

Popular en este curso

Aprende con fichas
elección múltipleModo de elección múltiple

Modos dinámicos

InteligenteMezcla inteligente de todos los modos
PersonalizadoUtilice la configuración para ponderar los modos dinámicos

Modo manual [beta]

Seleccione sus propios tipos de preguntas y respuestas
Otros modos disponibles

EscrituraModo de solo escritura

Basic Dutch vocabulary - Marcador

0 usuarios han completado este curso. ¡sé el primero!

Ningún usuario ha jugado este curso todavía, sé el primero

También te puede interesar

Basic Dutch vocabulary - Detalles

Niveles:

Preguntas:

821 preguntas
🇬🇧🇳🇱
To make acquaintance
Kennismaken met
To date
Verkering hebben
Engaged
Verloofd
To split up
Uitmaken
Bachelor
Vrijgezel
Widow
Weduwe
Colleague
Collega
To raise
Opvoeden
To look after
Passen op
To turn
Worden (+ leeftijd)
Minor
Minderjarige
Mankind
Mensheid
Public school
Particuliere kostschool
Comprehensive school
Scholengemeenschap
GCSE (General Certificate..
Examen Algemeen Voortg...
Boarding school
Kostschool
To graduate
Afstuderen
Curriculum
Leerplan
Tuition fee
Schoolgeld
Grant
Studiebeurs
Compulsory
Verplicht
Obligatory
Verplicht
Attendance
Aanwezigheid
Fluency
Spreekvaardigheid
Punctual
Op tijd aanwezig
Eloquent
Welsprekend
To multiply
Vermenigvuldigen
Proficient
Vaardig
Scholar
Geleerde
Term
Trimester
Illiterare
Analfabeet
To asses
Beoordelen
To excel
Uitblinken
Attentive
Oplettend
Truant
Spijbelaar
To submit
Inleveren
To overlook
Oveer het hoofd zien
To mark
Nakijken
Perception
Waarneming
Innovations
Vernieuwing
Aptitude
Aanleg
To comprehend
Begrijpen
To grasp
Begrijpen
Vocabulary
Woordenschat
Survey
Overzicht
Secondary education
Voortgezet onderwijs
Form
Klas
Deputy
Conrector
Timetable
Rooster
Lecture
Lezing
Diary
Agenda
Knowledge
Kennis
Skilled
Geschooled
Grade
Cijfer
Average
Gemiddeld
To fail
Een onvoldoende halen voor
Progress
Vooruitgang
Ward
Zaal, ziekenhuiszaal
Kidney
Nier
Germ
Bacterie
Sedative
Kalmeringsmiddel
To soothe
Verzachten
To administer
Toedienen
Numb
Verstiffed
Lethal
Dodelijk
Malignant
Kwaadaardig
Morbid
Ziekelijk
Incurable
Ongeneeslijk
To subject to
Onderwerpen aan
Guinea pig
Proefkonijn
To regain
Terugkrijgen
To alleviate
Verlichten
Agony
Ondraaglijke pijn
Cardiac arrest
Hartstilstand
Obesity
Zwaarlijvigheid
Paralysis
Verlamming
Contagious
Besmettelijk
To neglect
Verwaarlozen
To monitor
Controleren
Disabeld
Invalide
Deformd
Mismaakt
Retarded
Zwakbegaafd
Pathological
Ziekelijk, abnormaal
To shiver
Rillen