Buscar
Estás en modo de exploración. debe iniciar sesión para usar MEMORY

   Inicia sesión para empezar

7 6 2 Wond en Wondgenezing


🇳🇱
In Holandés
Creado:


Public


0 / 5  (0 calificaciones)



» To start learning, click login

1 / 25

[Front]


Wat is een noxe?
[Back]


- noxa/noxe (=schade) - een noxe is een schadelijke prikkels - nocisensoren (=pijnzintuigen) gevoelig voor beschadiging er zijn verschillende soorten noxe: - exogene noxe (van buiten) - endogene noxe (van binnen)

Practique preguntas conocidas

Manténgase al día con sus preguntas pendientes

Completa 5 preguntas para habilitar la práctica

Exámenes

Examen: pon a prueba tus habilidades

Pon a prueba tus habilidades en el modo de examen

Aprenda nuevas preguntas

Modos dinámicos

InteligenteMezcla inteligente de todos los modos
PersonalizadoUtilice la configuración para ponderar los modos dinámicos

Modo manual [beta]

El propietario del curso no ha habilitado el modo manual
Modos específicos

Aprende con fichas
Escuchar y deletrearOrtografía: escribe lo que escuchas
elección múltipleModo de elección múltiple
Expresión oralResponde con voz
Expresión oral y comprensión auditivaPractica la pronunciación
EscrituraModo de solo escritura

7 6 2 Wond en Wondgenezing - Marcador

1 usuario ha completado este curso

Ningún usuario ha jugado este curso todavía, sé el primero


7 6 2 Wond en Wondgenezing - Detalles

Niveles:

Preguntas:

56 preguntas
🇳🇱🇳🇱
Wat is een noxe?
- noxa/noxe (=schade) - een noxe is een schadelijke prikkels - nocisensoren (=pijnzintuigen) gevoelig voor beschadiging er zijn verschillende soorten noxe: - exogene noxe (van buiten) - endogene noxe (van binnen)
Hoe ontstaan ziekte?
- in het lichaam is een dynamisch evenwicht = homoiostasis = homeostase - balans tussen lichamelijk, geestelijk, sociaal (economische) aspecten - iedere ziekte heeft een oorzaak alleen is deze niet altijd bekend - monocausaal/multicausaal - ethiologie van een ziekte = oorzaak van een ziekte
Wat is een endogene noxe?
Afwijkende genen of chromosomen: - immuundeficienties - enzymdeficienties anatomische afwijkingen bij de embryo in de baarmoeder: - medicamenten, drugs, zuurstoftekort, virusinfectie
Wat is een exogene noxe?
Fysisch: - druk, thermisch, elektrisch, straling, geluid, zuurstoftekort chemisch: - etsende stoffen, giffen biologisch: - infecties, virussen, schimmels oorzaken gelegen in de voeding
Wat zijn oorzaken gelegen in de voeding als het om een exogene noxe gaat?
Het voedsel kan: - besmet zijn - andere ziekmakende bestanddelen bevatten - kwantitatief of kwalitatief onjuist van samenstelling zijn - vitaminen - sporenelementen
Waar hangt het aanpassingsvermogen van de cel vanaf?
- soort cel - celdelingsfase - celleeftijd - celconditie
Welke celveranderingen qua groeistoornissen en structuur kunnen er optreden?
- hypertrofie: de cel wordt groter - hyperplasie: het aantal cellen neemt toe - metaplasie: cellen gaan zich in een andere richting differentiëren - neoplasie: autonome celgroei/bijvoorbeeld ten gevolge van oncogene virussen
Welke celveranderingen qua regressieve veranderingen kunnen er optreden?
- een achteruitgang (regressie) in de functie van de cel door het inwerken van de noxe kunnen er verschillende dingen gebeuren: - de cel herstelt - de cel verandert - necrose - de cel gaat dood achteruitgang in functie en structuur op cel en weefselniveau: - degeneratie - atrofie en necrose
Wat is degeneratie?
Ophoping van abnormale substanties in of tussen de cellen: - hydrophische degeneratie - vettige degeneratie - hyaliene verandering - mucoïde verandering - dystrofische calcificaties: kalk
Wat gebeurt er na necrose van de cel?
- regeneratie: de cellen worden vervangen door gelijkwaardige cellen - reparatie: de cellen worden vervangen door bindweefsel - dood treedt in: te veel cellen zijn doodgegaan - gangreen: een klinische term, een zwartverkleuring van het necrotisch weefsel
Hoe beschermen we ons tegen noxe?
Afweer: - aspecifiek, specifiek normaliter kunnen cellen op prikkels reageren en zich aan de prikkel aanpassen sleutel tot afweer is herkenning niet specifieke immuniteit: - fysieke barrière (huid/slijmvliezen) - ontstekingsreactie specifieke immuniteit: T en B lymfocyten
Hoe werkt aspecifieke afweer?
Natuurlijke immuniteit zit standaard in ons lichaam gebouwd: - fysisch: barrièrefunctie: huid, slijmvliezen, bacteriedodende stoffen: zweet, talg, maagzuur, trilhaarepitheel luchtwegen - eiwitten - cellen: granulocyten, macrofagen (ontstaan uit monocyten) door de aspecifieke weerstand ontstaat een ontstekingsreactie
Hoe werkt de specifieke afweer
Verworden immuniteit, deze ontstaat pas nadat het lichaam in contact is geweest met een bepaalde ziekteverwekker (virus/bacterie): - eiwitten (immunoglobuline) - cellen: witte bloedcellen (leukocyten) onderverdeeld in granulocyten: - neutrofiele, eosinofiele, basofiele granulocyten monocyten lymfocyten: T en B lymfocyten
Wat doen granulocyten?
- door te vaatwand heen - fagocytose van bacteriën - werking is minder dan dat van de macrofagen
Wat doen monocyten (macrofagen)
- de monocyten na enkele dagen in de bloedbaan nestelen zij zich als macrofagen in het weefsel - macrofagen zijn aanwezig in bindweefsel huid/darmwand/longblaasjes
Wat doen macrofagen?
- fagocytose - antigeen presenteren aan specifieke immuunsystemen - afgifte interleukine: lymfocyten lokken naar geïnfecteerd weefsel
Wat is kenmerkend voor specifieke afweer?
- deze vorm van immuniteit richt zich tegen zeer specifieke micro-organismen - kenmerkend is het aspect van het geheugen, dat wil zeggen dat de immuniteit pas ontstaat na contact met een micro-organismen
Wat doen T-lymfocyten?
- ontstaan in thymus gaan daarna naar de lymfeklieren - cellulaire immuniteit zijn als cellen rechtstreeks betrokken bij onschadelijk maken lichaamsvreemde stoffen verschillende types: - T-regulator cellen (helper/supressor) - T-effector cellen (killer/geheugen)
Wat doen B-lymfocyten?
- ontwikkelen zich in beenmerg tot immuuncompetente cellen, verspreiden zich naar lymfeklieren/darmwand/tonsillen - B-lymfocyten vormen zich tijdens de primaire immuunrespons tot plasma cellen - plasmacellen produceren immunoglobulines (humorale immuniteit)
Wat zijn Immunoglobulines?
- verschillende soorten: IgA, IgD, IgE, IgG, IgM - functie: deze eiwitten kunnen zich specifiek binden aan membraan bacterie of virus, waardoor die daarna eenvoudig door macrofagen worden getraceerd en vernietigd - bij bepalingen in plasma om infectie op te sporen prikt men specifieke IgM en IgG
Wat gebeurt er bij herhaalde infectie?
- bij een herhaalde infectie wordt de bacterie/virus veel sneller door T-geheugencellen in contact gebracht met de geheugen B-cellen - hierdoor snelle vorming tot plasmacellen en immunoglobuline
Hoe zorgt het lichaam voor hemostase/bloedstelping
Hemostase is een cascade van stollingsfactoren: - intrinsieke stolling: door een factor van de trombocyten (bloedplaatjes) - extrinsieke stolling: door een weefselfactor indien er onvoldoende aanwezig is geen stolling (hemofilie) einddoel stollingsfactoren: - omzetten van fibrinogeen in fibrine, dit vormt de fibrine draden - bloedstolsel = korstje: prop met fibrine draden met daarin gevangen erytrocyten
Wat is een ontstekingsreactie?
- een lokale reactie op een weefselbeschadiging - deze reactie wordt aspecifiek genoemd omdat totaal verschillende oorzaken hetzelfde tot gevolg hebben - een ontstekingsreactie vindt plaats in het bindweefsel, wat overal te vinden is in ons lichaam, waardoor het zich overal kan voordoen doel ontstekingsreactie: - de grootte van laesie beperken - herstelmogelijkheden te scheppen Bij een ontsteking komen ook ontstekingsmediatoren vrij: prostaglandines/bradykinine/histamine
Wat is het verschil tussen een ontsteking en een infectie?
- ontsteking is een lokale reactie op weefselbeschadiging - infectie is een ontsteking die veroorzaakt wordt door micro-organismen
Wat gebeurt er bij weefselbeschadiging?
Vasodilatatie: - veroorzaakt sterk verhoogde bloedstroming - roodheid (rubor) - warmte (calor) verhoogde permeabiliteit vaatwand: - verder uitlekken vocht/plasma eiwitten - zwelling/oedeem (tumor) - pijn (dolor)
Wat doen de ontstekingsmediatoren?
Prostaglandine: - verlaging prikkeldrempel pijn receptoren - vasodilatatie bradykinine: - vasodilatatie histamine: - vasodilatatie
Wat zijn de functies van vasodilatatie en verhoogde permeabiliteit bij een ontstekingsreactie?
Vasodilatatie: - toename O2 toevoer - verhoogde afvoer afvalproducten verhoogde permeabiliteit: - specifieke antilichamen tegen lichaamsvreemde organisme kunnen het interstitium binnen stromen
Wat zijn de klassieke lokale ontstekingsverschijnselen?
- rubor: roodheid - calor: warmte - tumor: zwelling - dolor: pijn - functio laesa: gestoorde functie
Welke eigenschappen hebben de cellen die betrokken zijn bij een ontstekingsreactie?
Leukocyten: - fagocytose (neutrofiele) leukocyten kunnen bacteriën/dode celresten/schadelijke deeltjes omsluiten en vernietigen - diapedese: leukocyten bewegen zich door de wand van een capillair - amoebe bewegelijkheid (granulocyten) - chemotaxis: chemische stoffen prikkelen de leukocyt tot een versneld bewegen in de richting van de ontstekingshaard
Welke soorten ontstekingen zijn er?
- naar orgaansysteen - naar de duur van de ontsteking - naar het verschijnsel dat op de voorgrond staat de duur van een ontsteking kan verschillen tussen: - acuut - subacuut - chronisch: een chronische prikkel die aanhoudt veroorzaakt een chronische ontsteking
Wat is de indeling naar verschijnsel bij ontstekingen?
- hyperemisch: voornamelijk roodheid brandwond - exsudatief: vocht/exsudaat - sereus: brandblaar/pleuritis - fibraneus: fibrine darm - caterraal: slijmvliesontsteking - neus: verkoudheid - darm: colitis
Wat zijn overige algemene symptomen bij een ontsteking?
Bij een ernstige ontsteking of als er veel weefsel is beschadigd, blijft het niet bij plaatselijke verschijnselen, maar komen voor: - algehele malaise: algehele staat van ongemak, vermoeidheid of ziekte - koorts onder andere ten gevolge van toxine bacteriënt/afsterven cellen pyrogenen - leucocytose: toename van het totaal aantal witte bloedcellen - tachycardie: een snel/onregelmatig hartritme
Wat is een wond?
Verbreking van de normale continuïteit van het weefsel: - bijvoorbeeld: snijwond, steekwond, schaafwond maar ook: de zogenaamde gesloten verwonding waarbij de huid intact blijft maar de ronder liggende weefsels beschadigd zijn: - bijvoorbeeld bloeduitstorting
De wongenezing kan beïnvloed worden door:
Plaatselijke factoren: - plaats van de wond, vorm en diepte - aard verwonding - weefselbeschadiging - verontreiniging - bloedvoorziening, etc algemene factoren: - leeftijd, weerstand, ziekten
Welke fases van wondgenezing zijn er?
Reactiefase: - ontstekingsfase (eerste week) herstelfase - proliferatiefase (=regeneratiefase) - organisatiefase (3 weken en >)
Waaruit bestaat bindweefsel?
Cellen: - fibroblasten, macrofagen, mestcellen, plasmacellen vezels: - collageen, elastine, reticulaire grondsubstantie
Welke soorten bindweefsel zijn er?
Losmazig: - stratum papillare/reticulare van de dermis - vult ruimte tussen spieren en fascie - in serosa van borst en buikholte - ondersteunt epitheel in slijmvliezen dicht: - pezen, banden
Welke bindweefsels zijn er met speciale eigenschappen?
- vetweefsel - hemopoietisch weefsel - steunweefsel: kraakbeen, beenweefsel
Wat zijn de functies van bindweefsel?
Steunfunctie: - kapsels organen, pezen, ligamenten afweer: - fagocyterende en antilichaam vormende cellen voeding: - in bindweefsel voorkomende bloedvaten bindweefsel heeft een groot regeneratief vermogen en gebieden die door ontsteking of door mechanisch geweld zijn vernietigd, worden makkelijk hersteld
Wat doet een fibroblast?
- verantwoordelijk voor de aanmaak van bindweefsel - ze kunnen zich in beschadigd bindweefsel sterk vermenigvuldigen om door middel van matrix en collageen synthese reparaties uit te voeren - in de huid zijn fibroblasten in staat een gapende wond te sluiten met littekenweefsel - kunnen zich in weefsels verplaatsen - worden door middel van ontstekingsmediatoren geprikkeld
Wat gebeurt er in de proliferatiefase van de wondgenezing?
- de drie hoofdfases van herstel zijn niet strikt in tijd gescheiden zodat de proliferatiefase al begint terwijl de ontstekingsfase nog in volle gang is - proliferatiefase wordt ook wel: fibroblasten fase of granulatie fase genoemd - toename aantal cellen (fibroblasten/angioblasten) in wondgebied - vorming capillair netwerk: vorming granulatieweefsel
Wat is granulatieweefsel?
- bij een vers defect (bijvoorbeeld na incisie in de huid) ontstaat in eerste instantie een bijzonde vorm van bindweefsel: granulatie weefsel - het dankt zijn naam aan het hobbelige aspect, dat ontstaat door een grote vaatrijkdom - vaatrijk en korrelig bindweefsel dat zicht vormt op de bodem van een wond - uit dit weefsel ontstaat het litteken
Welke fases heeft de proliferatiefase?
Wondcontractie: - door ordening myofibroblasten, fibroblasten kunnen zich in de fase van littekenvorming zicht omvormen tot myofibroblasten productiefase: - productie van collageen, herstel van de weefsel continuïteit
Wat gebeurt er in de organisatiefase van de wondgenezing?
- herstel weefselkenmerken remoddeling/epithelisatie: - versterking bindweefsel (treksterkte bindweefsel) - ingroei van zenuwvezels - reorganisatie van het vaatbed - sterke afname fibroblasten - terug naar normale turnover rate
Wat zijn kenmerken van littekenweefsel?
- ondanks alle functionele aanpassingen zal littekenweefsel nooit de eigenschappen van het oorspronkelijke weefsel herkrijgen - treksterkte blijft lager dan oorspronkelijk het geval was
Wat zijn kenmerken van huidverwonding?
- infectiegevaar (barrièrefunctie verdwenen) - iedere open wond is besmet, gecontamineerd - verlies vocht (groot probleem bij brandwonden)
Hoe maak je een inschatting van de ernst van een verwonding?
Soms vlak na de verwonding moeilijk in te schatten bijvoorbeeld bij: - brandwonden: diepte verbranding - bijtwonden: crush letsel - pletwonden - elektrische wonden: soms necrose spieren belangrijk om te weten om proces wondgenezing zo goed mogelijk te laten verlopen
Op welke manieren kun je huidverwonding genezen?
Primaire wondgenezing: - doormiddel van een hechting - de wondranden sluiten tegen elkaar en het wondherstel verloopt snel - een wond niet ouder is dan 6 uur secundaire wondgenezing: - cellen uit de epidermis en dermis proberen het gat te dichten - fibroblasten zullen trachten vanuit de diepte het gat te overbruggen
Wat is primaire wondgenezing?
- sanatio per primam intentionem: - gunstige situatie: 'mooie' wond - wondranden dicht bij elkaar weinig verontreiniging operatiewond: meest 'ideale' wond
Wat is secundaire wondgenezing?
- sanatio per secundam intentionem: - minder gunstige situatie: groot defect - rafelige wondranden (necrose) - verontreiniging wond moet dichtgranuleren over grote afstand, dit geeft een breed, lelijk, minder sterk litteken
Waarvan is de huidgenezing afhankelijk?
Welke lagenbeschadigd zijn: - epidermis - dermis hoe groot de beschadiging is
Wondgenezing bij alleen beschadiging epidermis?
- in staat tot volledige regeneratie - bij oppervlakkige verwonding zoals schaafwonden groeit de opperhuid opnieuw vanuit het stratum basale
Wondgenezing bij beschadiging epidermis/dermis?
- bij diepere wonden tot in de oppervlakkige dermis regenereert de opperhuid vanuit de nog aanwezige epitheliale structuren: - haarzakjes, talgklieren en zweetklieren
Wondgenezing bij beschadiging dermis?
- het defect in eerste instantie opgevuld en gesloten door een fibrine stolsel - wondcontractie myofibroblasten - hierna ontstaat granulatieweefsel - de dermis regenereert dus niet, maar wordt opgevuld met een vrij starre bindweefselmatrix (littekenweefsel) - de dermale adnexen worden niet opnieuw gevormd
Wat is de indeling van wonden?
- uitwendig/inwendig - open/gesloten - acuut/chronisch - gecompliceerd/ongecompliceerd - toestand van de wondranden - ontstaanswijze: mechanisch/fysisch/chemisch - WCS-classificatiemodel (op basis van kleur)
Wat is contractuurvorming?
Door litteken contractie. Het is een complicatie bij bijvoorbeeld brandwonden. Littekencompressie bevordert de genezing zonder hypertrofie.